Korte gedichten 47- Capri
Dagbouk RSSCapri
Op volle zee – bij dag en nacht.
Twee op en vier uur af.
Met drie matrozen – elk zijn wacht.
De kustvaart was geen straf.
De Capri werd mijn tweede thuis
met krenten in de pap.
Mijn schommel en mijn bruis en ruis.
Mijn brood – mijn warme hap.
De stuurman en de kapitein
een ruim ervaren span.
Geen zorg – geen pijn en geen chagrijn.
Rechtuit van man tot man.
En Pietje runde de kombuis.
Een pure kustvaart kok.
De Capri was gewoon zijn thuis.
Piet kwam niet uit zijn hok.
De meester – deep down onder ons
aanbad als specialist
die wonder motor van Jan Brons.
De droom van menig machinist.
Korte gedichten 46 – Wat was-komt niet weerom
Dagbouk RSSWat was – komt niet weerom
De mens waant zich verheven.
Bedenkt zich met een ziel
en met een eeuwig leven.
Een altijd rollend wiel.
Zo heeft hij zich vergeven
aan God en aan gebod.
En luisterrijk omschreven
vooruitzicht op zijn lot.
Doch blijkt dat niet te wezen
dan geef ik vast de som.
En zeg u dan bij dezen:
Wat was – komt niet weerom.
Korte gedichten 45 – Een lied van maneschijn
Dagbouk RSSEen lied van maneschijn
Oh zoete lieve Valentijn
De liefde is een wreed festijn
Een web van gouden draden
Mijn hart is groot – mijn beurs is klein
En leeg zijn al mijn laden
Oh zoete lieve Valentijn
Niets houdt de liefde aan de lijn
Geen woorden en geen daden
Zij is een lied van maneschijn
en kronkelige paden
Oh zoete lieve Valentijn
De liefde is een harlekijn
in wondere gewaden
Zij is– zij is zoals wij zijn
Kan helen en kan schaden
Gedachtevrij
Dagbouk RSSAls mijn adem is verbannen.
Als ik niet meer ben omspannen.
Als mijn hartslag is verstomd
ga ik niet meer als vermomd.
Zie ik met mijn ogen dicht
in mijn eigen aangezicht.
Reis ik aan de tijd voorbij.
Woordeloos- gedachtevrij!
Sierlijkheid en pracht
Dagbouk RSSSierlijkheid en pracht.
Zwaan- zwaan- fiere zwaan
waar komt al uw moois vandaan?
Wie zal al die schoonheid eren?
Al die schone pronkeveren!?
Want jouw schoonheid is geen prots.
Het is waardigheid en trots.
Het is sierlijkheid en pracht.
Glanzend zilverwit en zacht.
Koning van de waterwegen
van wie heeft u dit gekregen?
Blijf voor altijd voortbestaan!
Blijf zo’n wonderschone zwaan.
Korte gedichten 42 – Tijd voor de dag
Dagbouk RSSTijd voor de dag
We zoeken naar randen
op weg naar verwantschap
naar zeeën en stranden
herkenning van landschap.
Ver weg van de straten- de
stenen– de stad.
Waar is dan nog ergens iets
beter dan ’t wad?
Geen identiteiten- geen vaandels
geen vlag.
Maar ruimte en stilte- en tijd
voor de dag.
En hoog hoger hoogst in
de heldere lucht
doen ganzen de V van
als ganzen in vlucht.
Korte gedichten 41 – Als jij lacht en als ik schater.
Dagbouk RSSAls jij lacht en als ik schater.
Ik droomde: Onze wijde wereld was van
klatergoud.
Wij hadden vrij genomen want we waren
pas getrouwd
en de bloesemende bloesembomen wuifden
ons gedag.
Nooit eerder was het dat ik zoveel bomen
wuiven zag.
Nu zijn wij beiden al een heel klein beetje
oud.
Maar als jij lacht en als ik schater
horen wij nog steeds geklater.
Het geklater van het mooiste klatergoud.
Korte gedichten 40 – God is goed
Dagbouk RSSGod is goed.
Laatst heb ik in mijn spoed
een ordelievend volk verstoord.
Was er een mierenmassamoord
onder mijn wrede voet.
Men zegt wel- god is goed…
maar gaat hij ook op voeten voort?
Heeft hij wel ooit van ons gehoord.
Van ons bestaan vermoed?
Korte gedichten 39 – Laat de schoonheid haar verval
Dagbouk RSSLaat het bos zijn dode bomen.
Laat de ouderdom maar komen.
Droom tot op het laatst jouw dromen.
Weet van nemen nam genomen.
Laat de bergen ook hun dal.
Laat de schoonheid haar verval.
Korte gedichten 38 – Die zullen verder gaan
Dagbouk RSSDie zullen verdergaan.
Wij zijn van moeder aarde
die draaiend om haar as
hier al het leven baarde
en ooit er nog niet was.
Wij zijn als het verschijnen
als van de zon en maan.
Maar ook als het verdwijnen
van wat niet blijft bestaan.
Het lot heeft de gordijnen
nog lang niet dicht gedaan.
De jouwen en de mijnen
die zullen verder gaan.