Een straatje om

Dagbouk RSS

Een straatje om.

Wat heerlijk rustig toch vandaag
en de pendule tikt gestaag.
Jij neuriet vredig en kalm
en zacht een zedige psalm
Dan delen we het avondblad
we lezen en we praten wat.
Zeggen ziezo en dat is dat
dat hebben we dan weer gehad.

Het ruikt naar spruitjes hier in huis.
Jij pakt de pan van het fornuis
en zegt: Dek jij de tafel maar
het eten is al bijna klaar.
En jij wast af – en ik ruim op
en als ik dan een pijpje stop
hoor ik het ritme van de tijd.
De pennen tikken als je breit.

Mijn wilde jaren zijn verjaard.
Ik strek m’n benen voor de haard.
Jij perst mijn broek- ik lees een boek.
We drinken thee met zoete koek
De kat ligt spinnend op mijn schoot
en likt bedachtzaam aan een poot.
Het wordt al donker- maak maar licht.
Doe de gordijnen maar weer dicht.

We praten wat over het weer
Dat was het dan zo ongeveer.
Jij zegt: Ja ja- en ik zeg: Kom!
Zullen we nog een straatje om?
En als ik alle deuren sluit.
Dan doe jij alle lichten uit.
De thermostaat wordt laag gezet
en we gaan lekker weer naar bed.

Alle druppels vloeiden traag aaneen.

Dagbouk RSS

Alle druppels vloeiden traag aaneen.

Het voorjaar (1981) bleef dat jaar kil en ik voelde me soms waarachtig oud- koud en der dagen zat. Dikke natte sneeuwvlokken trokken zich niets aan van onze kalender en de mollen verzopen in hun onderaartse gangetjes. Een  voorjaarsstorm deed ons liefdesnest schudden en de caravans- inclusief de houten entree twintig centimeter naar het Oosten opschuiven. Vrijheid hadden we nog steeds maar de blijheid erodeerde en dat leidde tot melancholie en frequente overgave aan Amalia Spiritualia.

Hier heeft de westenwind het woord gestolen
waarmee ik zeggen wilde hoe het was
om door dit godverlaten land te dolen.
Door de verlatenheid van dit moeras.
Dit land waar iedereen zich heeft verscholen
onder een lange grijze regenjas.

Vandaag de hele dag al buigen bomen
zich in die zelfde redeloze wind.
Een wilde wind vanuit het niets gekomen
of daar vanwaar de eenzaamheid begint.
Een die van daaruit steeds is toegenomen
en nergens tegenstand nog ondervindt.

De regen op het raam bepaalt het heden.
Dat heden geeft een monotoon getik.
En onze toekomst is van het verleden
gescheiden door dit ene ogenblik.
De regen- liefste- lijkt een goede reden
dat je wat triest bent-  triester nog dan ik.

Vandaag de hele dag al valt die regen
en alle druppels vloeien traag aaneen.
Wij zijn elkaar vaak meer dan toegenegen
maar toch voel jij je net als ik alleen.
De regendruppels kennen al de wegen
maar jij en ik-  we weten niet waarheen.

De liefste van de klas

Dagbouk RSS

De liefste van de klas.

Ik was vergeten dat er ergens stond geschreven
dat je ten allen tijden bij je partner blijft
en dat er troost is in een leven na dit leven
en het normaal is dat je langzaamaan verstijft.

In al dat schrijven werden voorbeelden gegeven
van dik door dun en onvermijdelijke trouw.
Van mensen die niet anders konden en die bleven.
Precies zoals jij blijft bij mij en ik bij jou.

Ik had nog niets gezegd– had nog niet eens gestameld.
Wist niet waarom ik zou- en ook niet tegen wie.
Ik had een boekenkast vol oud papier verzameld.
M’n hele leven was een encyclopedie.

De hele Sante kraam was zomaar omgedonderd
toen iemand weten wilde wie ik dan wel was.
Ze las me- leest me nog– geen letter uitgezonderd
en is en blijft voor mij de liefste van de klas. 

Kan helen en kan schaden

Dagbouk RSS

Kan helen en kan schaden.

Oh zoete lieve Valentijn.
De liefde is een wreed festijn.
Een web van gouden draden.
Mijn hart is groot – mijn beurs is klein
En leeg zijn al mijn laden.

Oh zoete lieve Valentijn.
Niets houdt de liefde aan de lijn.
Geen woorden en geen daden.
Zij is een lied van maneschijn
en kronkelige paden.

Oh zoete lieve Valentijn.
De liefde is een harlekijn
in wondere gewaden.
Zij is– zij is zoals wij zijn
Kan helen en kan schaden.

Wat is wijsheid?

Dagbouk RSS

Wat is wijsheid ?……..

In mijn droom reisde ik aan Terlinden voorbij
in de hoop daar de Boeddha te vinden.
En ik vond hem– en zwaaide– hij knikte naar mij
in de schaduw van zijn tamarinden.
                 
Ik bleef even stil – zei toen: “Zonder mijn bril
weet ik nergens mijn bril nog te vinden!”

En de Boeddha- hij kuchte – en zei: “Insgelijk”
en ik voelde mij even de koning te rijk.
Zo een Boeddha is mij al een zegen!
( Om mijn bril zit ik steeds nog verlegen.)

Het wondere water

Dagbouk RSS

Het wondere water

Alleen voor het water
die heilige bron.
Dat water waarop heel
die eeuwigheid drijft.

Verzameld in de zee
gekoesterd door zon.
Dat komt en weer gaat
met het tij en toch blijft.

Alleen voor het water
schrijf ik dit gedicht.
Dat onvermoeid vloeibare
levend kristal.

In groen en in helderblauw
onder het licht
als voedende moedermelk
voor dit heelal.

Vertroostend elixer
dat heelt en verzacht.
Dat wast en dat wist
alle sporen van strijd.

Wie heeft er dat
wondere water bedacht
dat regent en zegent en
spoelt door de tijd?

Een onaantastbaar sultanaat

Dagbouk RSS

Een onaantastbaar sultanaat.

Als ik de Schepper vragen kon…
ik zou hem vragen naar de bron
van alle dwaze overmaat en
ongekende overdaad
en macht van het testosteron.
       

Als ik het Caesar vragen kon 
die kwam en zag en overwon
dan vroeg ik: Is het uw
prostaat of zit het wellicht in
uw zaad of in gebrek aan zin of zon?
 

Als ik de hemel vragen kon
dan vroeg ik generaal pardon.
Een vrijstaat zonder angst en haat…
een onaantastbaar sultanaat
gelegen rond de Rubicon.

Rond en om je zerk

Dagbouk RSS

Rond en om je zerk.

Wat word je al ontnomen
voordat het is volbracht?
Een handvol mooie dromen
en gaandeweg je kracht.
Laat het zo ver niet komen
dat men je geest vernagt.
En laat je nooit vernaggen
aan vaandels en aan vlaggen.
Niet aan het kapitaal
de koning of de kerk.
Blijf tot het laatst toe lachen
en vernag je aan de plaggen
en aan de paardenbloemen
daar rond en om je zerk.

Geen seconde op schaal

Dagbouk RSS

Geen seconde op schaal.

Eenzaam is zonder jouw liefde mijn lief.
Eenzaamheid is als graniet en massief
tot waar voorbij alle vogels verdwalen
en bomen verdrogen tot vormloze palen.
Tot wegwijzers voor een verschralende wind.
Niet alleen liefde- ook wanhoop is blind.

Zoon van een vader die wil dat ik kom
om samen te zwijgen- of onder het mom
van iets dat ons bindt me zijn wetten te stellen
zijn oordeel te vellen – of me te vertellen
hoe aardig en vaardig hij was en nog is
en daar tussendoor- wat ik allemaal mis.

Ex van een ex- nog zolang als ik leef.
Dat komt denk ik omdat ik veel te lang bleef
Wachtend op iets dat niet was te verwachten.
Met trage gedachten- met wachtkamerklachten.
Een wachtkamerhuwelijk- eindeloos lang.
Zo lang en steriel als een ziekenhuisgang.  

Vader van kinderen- lichtjaren ver.
Op een steeds verder verwijderde ster.
Een afstand zo groot- met geen maat meer te meten.
Geen maat voor de pijn van een schuldig geweten.
Een melkweg aan onmacht- een dode spiraal.
Geen meter in kaart- geen seconde op schaal.

Jantina

Dagbouk RSS

Jantina…..                     

Durf niet te wagen van verdoemenis te spreken.
Je bent een zegen en de daad is een sacraal.
Ben je de hemel niet dan ben je vergeleken
daarmee toch minstens wel een hemels voorportaal.

Ik breng mijn springvloed- golf van voetvolk en van ridders
als in survival- als in kruistocht tot jouw ei.
Verliefde stoere helden- horden van aanbidders.
Als in een zondvloed- als in ordeloos getij.

En zoals ergens in de bijbel staat te lezen…
Wie zal voorspellen hoe het hen daar zal vergaan?
De allerlaatste zal misschien de eerste wezen
maar als dat kon dan zwom ik voor de meute aan.

Dan zou ik ver voor heel die ordeloze horden
met jou versmelten tot een wonderschone vrucht.
Ik zou weer jong en fier en heel gelukkig worden.
Zo zou geschieden in nog minder dan een zucht.

Dan werd ik negen maanden lang door jou gedragen
en dat is iets dat alle voorstellingen tart:
Zoete onwetendheid in warm en zacht behagen
en traag ontwaken in het ritme van jouw hart.

Er zou geen toekomst zijn- nog minder een verleden.
Geen tijd- alleen een almaar durend lange duur.
Een alle eeuwigheid omvattend kosmisch heden
dat niet verglijdt. Een niet verstrijkend kosmisch uur.

Een soort oneindigheid- een som van àlle tijden
die ligt rondom wat was en is- en ooit nog zal.
Die altijd doende is zich verder uit te breiden
tot onder– boven- binnen- buiten het heelal.

En aan het einde van het eind zou je mij baren.
In zeven weeën voer je mij dan naar het licht.
Als er iets is dat- dat zou kunnen evenaren…
kunnen verklaren- niet zómaar met dit gedicht.

Jouw fiere borsten zouden zienderogen zwellen.
Een onuitputtelijke stroom van zoete melk.
Wie zou mijn zegeningen dan nog kunnen tellen?
Jij zou mijn oorsprong zijn- mijn bron en lust- mijn kelk.

En zou ik groot geworden zijn- en recht van leden
werd ik jouw trouwe prins- jouw eigen Oedipus.
Jij onderwees mij in de strenge leer der zeden
en wij negeerden daarna samen de taboes.