Oorverdovend stil
Dagbouk RSSOorverdovend stil
Ik vroeg het hemels firmament:
Hoe eenzaam is wel eenzaamheid?
Is het die afstand zonder end?
Die trage rondgang door de tijd?
Ik vroeg de goudgeel volle maan:
Wat is zoiets al een gemis?
En aan de stille oceaan
vroeg ik of zij ook eenzaam is.
Ik vroeg woestijnen naar het leven
dat verschrompeld is of kwijt.
Ik vroeg de bergen naar de echo
van de allereeuwigheid.
Gewoon omdat ik dat nou eenmaal
tweemaal weten wil.
Maar ik vond er enkel stilte.
Het bleef oorverdovend stil.
…………………………..
Ik vroeg van hier tot aan de kim:
Is dit mijn lied- mijn zwanenzang?
Ben ik die vage trage schim
in schemering- voor ondergang?
Ik vroeg het aan de evenaar:
Gaat eenzaamheid gepaard met spijt
van een al weer vergleden jaar
en iets dat pijn doet- en niet slijt?
Ik vroeg de waterval waarheen zij
hotst en botst en roetsjt en ruist.
Naar wie zij helemaal alleen
de treden van de trap af bruist.
Gewoon omdat ik dat nou eenmaal
tweemaal- weten wil.
Maar ik vond er enkel stilte.
Het bleef oorverdovend stil.
………………………………..
Ik vroeg: Heb ik het goed gehoord
Dat eenzaamheid zichzelf verzwijgt?
Dat er geen letter van dat woord
die stille zwaartekracht ontstijgt?
Ik had ervaren dat de jaren
op en neer gaan met het tij
met alle mitsen- alle maren
en de eenzaamheid daarbij.
Ik vroeg de redeloze branding
wat zij kwijt wou aan het strand
behalve schelpjes en besmeurde
vogelveren op het zand.
Gewoon- omdat ik dat nou eenmaal
tweemaal weten wil.
Maar ik hoorde enkel stilte.
Het bleef oorverdovend stil.
…………………………………
Ik stond al liftend langs een weg
met snelverkeer zonder pardon.
Beetje geluk soms- ook wat pech
op reis naar verre horizon.
Liefst ruim voorbij de schone schijn
en voelde mij niet eerder vrij
dan sinds wij samen tweezaam zijn.
Aan al die eenzaamheid voorbij.