< Terug noar overzicht van mien Dagbouk

< Terug noar overzicht van mien Dagbouk
Korte gedichten 54 – Tegenoverkant
Dagbouk RSS
Tegenoverkant
God – in zichzelf – was één – alleen
en wist niet dat hij zich bevond
in niets dan leegte om zich heen
totdat hij voor een spiegel stond.
En hij sprak waardig– doch verrast
wij zijn getweeën– zo ik zie
maar zeg me spiegelende gast
verklaar me – wie van ons is wie?
En spreek dan- tegenoverkant
ben je mijn min– ben ik jouw plus
jouw linker lijkt mijn rechterhand
kunnen wij één zijn in een kus?
Laat ons dan delen wat ons deelt
en niet meer zijn in dit getal
niet langer beeld en spiegelbeeld
ga met mij op in één en al.