< Terug noar overzicht van mien Dagbouk

Korte gedichten 47- Capri

Dagbouk RSS

Capri

Op volle zee – bij dag en nacht.
Twee op en vier uur af.
Met drie matrozen – elk zijn wacht.
De kustvaart was geen straf.

De Capri werd mijn tweede thuis
met krenten in de pap.
Mijn schommel en mijn bruis en ruis.
Mijn brood – mijn warme hap.

De stuurman en de kapitein
een ruim ervaren span.
Geen zorg – geen pijn en geen chagrijn.
Rechtuit van man tot man.

En Pietje runde de kombuis.
Een pure kustvaart kok.
De Capri was gewoon zijn thuis.
Piet kwam niet uit zijn hok.

De meester – deep down onder ons
aanbad als specialist
die wonder motor van Jan Brons.
De droom van menig machinist.

Zet n reaktie op stee

Velden mit n * binnen verplicht

< Terug noar overzicht van mien Dagbouk