Ziezo…het is volbracht
Dagbouk RSSLang geleden lijkt het me dat ik onze eerste dochter- (Vita) – eenmaal in de week naar de peuterspeelzaal in Veelerveen bracht. De tweede keer in diezelfde week was dan voor Tinie want wij deelden de plichtplegingen zoveel als mogelijk.
Het duurde dan even voordat ik echt bij de les was maar altijd werd ik door de juffen Roelie en Helga opgewacht met begrip en verse koffie en dat bracht mij dan snel tot leven.
Ziezo……het is volbracht.
De dagenraad sluipt binnen.
Als altijd door het raam.
De dag kan weer beginnen
en maandag is de naam.
Ik voel me nog onmachtig.
’t Was gisteren weer feest.
Al vaker ben ik ’s morgens
wel tachtig jaar geweest.
“Hallo” klinkt het dan vrolijk
en blij en enthousiast.
Ik ben wat nat- een beetje.
Ik heb in bed geplast.
Ik mompel en ik grom wat.
Onduidelijk gebrom…
en doe mijn best te zeggen:
“Dat geeft niet schat- ik kom.”
Dan strijk ik door mijn haren
en wrijf mijn stoppelkin.
Stijg kreunend uit de veren…
geen tijd voor tegenzin.
Ik breng haar de douche toe.
De gang voelt klam en kil.
Een uitgebluste Goeroe…
een kind vol blije wil.
Ze spettert- staat te zingen.
Ik wijd me aan de thee.
De radio braakt nonsens.
Het leven valt niet mee!
De ketel staat te gillen.
De kat miauwt en klaagt.
Dat zou ik ook wel willen.
Ik voel me zwaar belaagd.
Hoe krijg ik met die herrie
mijn zinnen op een rij?
Ik graaf wat in de kasten
op zoek naar haar kledij….
en hoor een stem- mijn eega.
Zij ligt nog wel te bed….
maar toch- in dit soort zaken
is moeders wil wel wet.
Advies over een hesje
dat overal bij past.
Ja zelfs vanuit haar sponde
verschaft ze mij houvast.
Warm- voor de kachel wrijf ik
haar blote lijfje droog.
Ik pak een hemdje- zij houdt
haar armpjes al omhoog.
Nee niet binnenstebuiten.
Nee pap- dat is niet goed.
Dat moet binnenste-binnen.
Dat moet zoals het moet.
En ondertussen ben ik
haar linker schoentje kwijt.
Komaan zeg ik….ontbijten!
Het is de hoogste tijd.
Ze eet twee boterhammen
met kaas en appelstroop.
Ze zegt: “Ik wil geen boter!”
Dan niet- dat is goedkoop!
“Naar schooltje,” zeg ik…”Kom dan!”
“Je jas- je das- je tas!”
Maar als ze aangekleed staat
dan moet ze nog een plas.
Daar gaan we door de regen
en door de westenwind.
Een slaperige vader.
Een opgetogen kind.
Ze tatert over Wiebe en
snatert over Kim.
Ik trap op de pedalen
en ben nog steeds een schim.
“Zal ik jou duwen papa?”
Ze port me in mijn rug.
“Ik zeg: Ja toe maar lieverd!”
”Dan gaat het wel zo vlug.”
En kijk- daar is de speelzaal.
Juf Helga zegt ons dag.
Juf Roelie schenkt me koffie.
Weg is mijn zelfbeklag.
Ik blijf nog even zitten.
Kijk naar die meid van mij.
Ze kan zich goed vermaken
met spelletjes en klei.
Net zat ze hier nog naast me.
Nu wipt ze van haar stoel…
en stort zich op de glijbaan…
gaat op in het gewoel.
En als zij als ik weg ga
nog even naar me lacht
dan roep ik bij mijn thuiskomst:
“Ziezo- het is volbracht!”