Archief veur juni, 2021

Als je lacht


Als je lacht.

Leven is meer dan het tellen van geld.
Er komt een tijd dat je uit bent geteld.
Rijkdom geeft soms niets dan schaduw
van macht.
Liefde brengt warmte en licht in de nacht.
Mooi- je bent mooi als je lacht!
……………………………………………………………………………

Leven is kijken
en je verrijken
met al waarvan je geniet.
           Leven is groeien en
           leven is stoeien
           met wat je hoort- wat je ziet.

Leven is streven.
en ergens om geven.
Iedere dag is een kans.
           Leven is delen
           en leven is spelen.
           leven is een rondedans.

Laat je bij vlagen
eventjes dragen.
Zoals een wolk op de wind.
           Als je wilt slagen
           moet je wat wagen.
           Stop niet voordat je begint.

Niet altijd schrapen.
Liever wat rapen.
Want het geluk ligt op straat.
           Niet te inhalig.
           Leven is zalig
           als je een ander wat laat.

Leven is leren
niet te begeren
wat er het minste toe doet.
           Leven is doorgaan.
           Vallen en opstaan.
           Leven is bitter en zoet.

Leven is hopen.
Stel je maar open
voor wat het leven je biedt.
           Leven is wegen
           van voor en tegen.
           Leven is meer dan dit lied.

Die Welt sollte genesen


Die Welt sollte genesen

Onze ogen dwaalden over de goudgele glooiingen van Jutland. Zij dronken dat lieflijke landschap. We inhaleerden de zware zeelucht aan het strand van die pijnlijk eenzame Jammerbocht. De benen droegen ons van- en naar piepkleine dorpjes met nog kleinere Sparwinkeltjes. Vriendelijke Denen wezen ons de weg en stonden ons te woord en zo  liepen we verder langs een duinenrij die in niets verschilde met de vertrouwde duinen bij Schoorl of Texel. Maar de eeuwige ruis van de branding werd plotseling aan flarden gescheurd door een onbeweeglijke soort van boosaardigheid. Bij tientallen stonden daar plotseling die groteske verbeeldingen van de waanzin en de verdoemenis op een rij. Deels scheef gezakt in het smetteloze zand. Een onafzienbare rij getuigen van het kwaad in de vorm van bunkers in alle vormen en maten….

Die Welt sollte genesen.
Ook dit onschuldig strand
wurde vom Deutschen Wesen
verkracht in groepsverband.

Hier bouwden de Teutonen
hun duizendjarig rijk.
een driftig volk van klonen.
Geen enkel vergelijk.

Met steile hoge petten
en in paradepas.
Met hele korte metten
en onnut aan het gas.

Een leer van Blut und Boden.
Een macht zonder pardon.
en met miljoenen doden
en rucksichtslos beton.
 
Woorden om’t uit te leggen
zijn steeds nog op de vlucht.
Die laten zich niet zeggen.
Geen lettergreep- geen zucht.

De eeuwigheid zal ’t klaren.
Het tij maakt alles kwijt.
Heeft honderdduizend jaren
keer duizend jaar de tijd.

Waarheen ik wil


Waarheen ik wil.

Papier en pen- ik trek een spoor van speelse lijnen
en zoek en vind weer perspectief ……
en inzicht- en het zoet gerief…..
van om tersluiks naar mijn verdwijnpunt te verdwijnen…

naar de dimensie van het onvoltooide ergens.
Geen horizon- geen evenaar
geen polen en geen hier of daar.
Al wat er is– is altijd overal en nergens.

Zoals de stilte in een ruimte vol gedachten
die niet gevangen in de wet
van ratio of alfabet
op de verbeelding van de sprakeloze wachten.

Er lopen niet te schatten zilverwitte draden
naar sterren aan een firmament
en werelden die niemand kent
en alles dat daar achter nog weer is te raden.

En er zijn wonderlijke klanken en kastelen.
Er is dat eeuwig labyrint
dat nergens eindigt of begint
en waar om elke bocht iets staat om mee te spelen.

En dan nog dromen en momenten van ontwaken.
Volkomen helder- strak en stil
en ik kan gaan waarheen ik wil
over de verse sneeuw zonder een spoor te maken.

Er is geen tijd- geen toekomst en dus geen verleden.
Er is alleen die lange duur
soort van oneindig kosmisch uur.
Geheel omlijst met constant alomvattend heden.

Papier en pen- ik trek een spoor van speelse lijnen
en zoek en vind weer perspectief ……
en inzicht- en het zoet gerief…..
van om tersluiks naar mijn verdwijnpunt te verdwijnen.

(de foto is door Nena van der Lijke genomen)

Adam – ben jij dat?


Adam – ben jij dat?

Adam- ben jij dat- daar in dat dure pak?
Je doosje tranquillizers en je creditcards op zak?
Je villa wordt geschilderd en je oprijlaan geharkt
en jij teelt ondertussen een tweede hartinfarct.
Maar mocht dat niet gebeuren- dan krijg je een attaque.
Dan koop je maar een karretje en hou jij je gemak.
Adam- ben jij dat daar in dat dure pak?
……….
Adam– ben jij dat- die windbuil met een pet?
Je hebt een zonnebril op je bevroren hoofd gezet
want ogen zijn verraderlijk- zijn spiegels van de ziel
en iedereen zou zien dat je verziekt bent en seniel.
Je beeltenis alom- op alle muren jouw portret.
Een machobaviaan in uniform- jouw wil heet wet.
Adam- ben jij dat- die windbuil met een pet?
……….
Adam- ben jij dat- daar op je stijve krent?
Zit jij weer op je bijbel- je enig fundament?
En heb je naar believen Gods willen uitgelegd?
Of zit je te herkauwen wat jou is voorgezegd?
Zo raak je gauw verzadigd- bezadigd of dement.
Of doet dat niet ter zake als je maar christen bent?
Adam- ben jij dat- daar op je stijve krent?
……….
Adam- ben jij dat? Kijk uit dat je niet stikt.
Je toekomst- je carrière- gewogen en gewikt.
Je zinnen opgezouten- je tanende moraal
bestaat uit consumeren van tien keer tien modaal.
Je hebt je hele leven nog nooit eens wat vertikt.
Waar is je adamsappel- heb je die door geslikt?
Adam- ben jij dat? Kijk uit dat je niet stikt.
…………………………………………………………………………….

Adam- ben ik dat- daar met dat grijze haar?
Dat rijmboek vol met woorden- die tweedehands gitaar.
Ben ik die beterweter- de nar van mijn publiek
en dien ik met die liedjes de wereld van repliek?
Daar komt de grootste hufter geen tel van in gevaar!
Die mij zou moeten horen wordt nooit mijn luisteraar.
Adam- ben ik dat- daar met dat grijze haar?

Vita Nova


Vita Nova

Veni Vidi Vita- is de vierde in de rij.
Sterk en als geboren voor de vrijheid-  
dat is zij.

Artistiek en niet te houden in haar

pubertijd.
Daarna snel zichzelf hervonden-

helemaal bevrijd.

Zesendertig jaren waaiden
met de wilde wind.
Moeder van twee kinderen en
tegelijk ons kind.

………………………………….

Toen- de oudste dochter van Tinie en mij het einde van haar pubertijd naderde- en ook ik mijn omgang met haar wist om te buigen richting wat meer geduld en begrip- veranderde er veel ten goeden in onze omgang. Vandaar het onderstaande gedicht dat ik in die woelige tijd schreef. 

Vita Nova

Vita Nova- boterbloempje.
Pluisje in de wind.
Laat me jou de namen noemen
die ik voor jou vind.

Mooie blanke waterlelie
luister naar dit lied.
Luister nog heel even naar me
kruidje roer me niet.

Elke vraag is te voorspellen.
Morgen vraag je naar de zin.
Wat zal ik jou dan vertellen?
Want- zie ik het zelf wel in?

Wijsheid heb je niet te vrezen
want mijn wijsheid ging failliet.
Ik zal jou de weg niet lezen.
Zo geweldig lees ik niet.

Ga maar met de wereld spelen.
Ga maar op je benen staan.
Bouw je eigen luchtkastelen
langs een ladder naar de maan.

Reis naar overal en nergens.
Ga maar naar ik weet niet waar.
naar dat onbegrensde ergens
langs de weg van hier naar daar.

Leef je eigen lieve leven
tot je heel veel hebt gedaan.
Tot je niets meer hebt te geven.
Tot het tijd is om te gaan.

Tot je weet wat je wou weten
van je eigen firmament.
Tot je alle sterren- manen
en planeten hebt verkend.